Zijn de kinderen even toe aan wat beweging? Hieronder vind je verschillende energizers die je kunt gebruiken in de klas om even lekker te bewegen of om even tot rust te komen! De energizers zijn onderverdeeld in verschillende categorieën: onderbouw, middenbouw, bovenbouw en alle bouwen.

 

De energizers zijn samengesteld door de activiteitencommissie van svjuventas.

 

Onderbouw

  • Echoput (mentaal): De echoput is een energizer waarbij je de kinderen de leider na doet. Begin in de kring met het opendoen van de put vanaf dat moment mogen de kinderen de leider na doen. Let op! Zorg dat je duidelijk maakt dat het spel stopt als je de put dicht doet.
  • Stoelendans (fysiek): We kennen allemaal de stoelendans wel, maar zorg dat er genoeg ruimte is om dit te doen ga bijvoorbeeld naar de aula of de speelzaal. Let op! speel dit alleen als de kinderen niet te druk zijn.
  • Liedjes met dansjes (fysiek): Hokipoki, kinderen voor kinderen, liedjes met bobo.
  • Veertje blazen (mentaal): Geef elke leerling een veertje en geef ze de opdracht om te gaan staan. Ze moeten proberen het veertje zo lang mogelijk in de lucht te houden door te blazen zonder dat hij valt, of dat ze tegen een medeleerling aanlopen. Speel dit voor een bepaalde tijd, of tot er nog 1 leerling over is.
  • Spiegelen in tweetallen (mentaal): Maak allemaal tweetallen en laat 1 van de twee de leider zijn. De leider bepaalt wat de andere leerling moet spiegelen. Laat ze na een tijdje wisselen van leider.

 

Alle bouwen

  • Cool Down! (mentaal): Alle leerlingen staan naast hun stoel. Het is stil en rustig. De leerkracht beweegt het hoofd met een rustige rollende beweging van de kin op de borst naar de nek, met de klok mee. Daarna haalt hij de schouders op en laat ze weer zakken en herhaalt dan een aantal keer. Vervolgens rechterarm over het hoofd en met het lichaam doorbuigen naar links en vice versa. Paar keer herhalen.
  • Just Dance (fysiek): Op youtube zijn verschillende Just Dance nummers te vinden.
  • Tellen tot ... (mentaal): Spreek met de kinderen een bepaalde tijd af. De docent tel af en start een stopwatch. Op het moment dat de kinderen denken het tijdstip behaald te hebben door te tellen in hun hoofd dan gaan ze staan. De docent let goed op wie het het beste heeft gedaan en mag het volgende tijdstip uitkiezen.